Europees ritje
Terwijl in Nederland de formatie stroperig verliep en Beatrix bibberend oefende op haar voordracht van fantasieloze kabinetsvoornemens vonden Mike en ik het weer tijd voor een tripje. Ja, we zijn alweer in de tweede werkweek na onze vakantie maar voor een update is het nooit te laat toch?
Dus de meisjes bij oma achtergelaten (...) en wij met volgepakte auto op reis richting Frankrijk. Nog meer dan verwacht was de weg in België een puinhoop waardoor we veel te laat rond Parijs waren dus zelfs op onze vrije dag moesten we achteraan sluiten in de file. Later dan we hadden gepland kwamen we aan in de Limousin streek, Cheissoux bij de Limoge om precies te zijn. Daar bezochten we een oud-collega die haar koele Hollandse rijtjeshuis had verwisseld voor een bourgondisch zelf-omgebouwde boerenschuur. Wat een heerlijke natuurlijke omgeving; zeker een bestemming om eens terug te komen met de motor. Ondanks de warme gastvrijheid en de gezelligheid bij het ophalen van oude herinneringen moesten we weer verder. Op de 'bonnefooi' gingen we richting het zuiden: de Spaanse grens in de Pyreneeën. Damn! Wat een adembenemende omgeving! Koele beekjes in de glinsterende zon; stoere grijze rotswanden en slaperige Efteling dorpjes. En de namen van de gemeenten werden tweetalig weergegeven: Frans en Catalaans.
We konden de verleiding weerstaan om de grens over te steken dus keerden oostwaarts, een stukje langs de Côte d'Azur richting Carcassonne. Als je nou eens op zoek bent naar een mooi episch verhaal voor de lange donkere dagen die voor ons liggen: Het Verloren Labyrinth van Kate Mosse. Wij hadden het al gelezen dus liepen met het verhaal in ons achterhoofd door de oudste vesting van Europa en hoorden de Katharen bij wijze van spreken al schreeuwen bij hun ketterse verbranding.
Richting de kust ging het weer verder alvorens we naar boven de Provence aandeden. Eerst een bezoek aan de oude studentenstad Montpellier. Een bruisende binnenstad waar we dankzij het stralende weer tot laat konden tafelen op het terras. We hebben onze kooplust ongeremd laten gaan: we waren immers toch met een grote auto.
Na ruim een dag in de stad stapten we weer in de auto. Verder in de Provence hadden we een logeeradres geregeld bij Dennis en Niels die de tijdelijke beheerders waren van een luxe villa in Le Thoronet. Daar hebben we natuurlijk ook de omgeving verkend waaronder Abbye Le Thoronet, Nice en Cannes. Waarvan de laatste overigens opvallende gelijkenissen vertoonden met Miami: een hoog grijs gehalte, een beetje vergane glorie met veel consumptisme. Maar ook prachtige art deco en jugendstil panden (ja Dennis).
Na drie daagjes gingen we weer verder want de vakantie was nog niet ten einde. Dus wij op weg naar Monaco. Een 'operette'-staat die je gezien moet hebben als je in de buurt bent. Toen we het eeuwenoude Grimaldi paleis aandeden werd net de wacht gewisseld. Een toch wel teleurstellende amateuristische vertoning waar de Britten zich voor zouden schamen. De oude stad was erg toeristisch en tegelijkertijd knus en zeer gastvrij. Monte Carlo daarentegen was vol; propvol. Elke meter was bebouwd. Je moet er niet aan denken dat er zich daar ooit een calamiteit voordoet. En mij een raadsel waar de Grand Prix gehouden wordt. Er lijkt nauwelijks ruimte.
Onze laatste bestemming was Torino (Turijn). De reis ernaar toe was schittert. En meteen over de Italiaanse grens verruilde de glamoureuze Franse Côte 'd Azur zich voor de meer pittoreske Italiaanse Rivièra. Prachtige oude Romaanse kerken en slaperige dorpen die we voorbijraasden over het gladde asfalt. Torino was als een warm bad. Een mooie historische stad die in een vergeten verleden het centrale punt was van het Savooijse koninkrijk. Veel aansprekende boetieks, conditorei-en, farmacia's en tabacchi's. Een waar genot te slenteren door de winkelgalarijen die het publiek tegen de brandende zon moeten beschermen. We hadden een kleinschalig hotel in het centrum van de stad met zowaar een parkeerplaats. En 's avonds hebben we ons natuurlijk getrakteerd op een Italiaanse maaltijd met bijhorende wijn. Wederom op een vol terras tot in de kleine uurtjes.
Alsof de duvel ermee speelde sloeg het weer om op onze dag van vertrek. Het afscheid van Torino werd verzacht door regen en asgrijze luchten. Onderweg door Zwitserland werd het serieus en kwam het met bakken naar beneden.
De terugreis verliep voorspoedig. Totdat in Duitsland mijn dashboard ermee ophield. Geen navigatie, geen meetinstrumenten en ogenschijnlijk geen benzine. Bij het eerstvolgende benzinestation belden we de hulpdienst die ruim tweeënhalf uur op zich liet wachten. Resultaat: ik ben flink opgeschoten in mijn boek maar we kwamen pas de volgende ochtend rond 5:30 uur thuis. Nu maar weer gauw de atlas naslaan op de volgende bestemming.
Dus de meisjes bij oma achtergelaten (...) en wij met volgepakte auto op reis richting Frankrijk. Nog meer dan verwacht was de weg in België een puinhoop waardoor we veel te laat rond Parijs waren dus zelfs op onze vrije dag moesten we achteraan sluiten in de file. Later dan we hadden gepland kwamen we aan in de Limousin streek, Cheissoux bij de Limoge om precies te zijn. Daar bezochten we een oud-collega die haar koele Hollandse rijtjeshuis had verwisseld voor een bourgondisch zelf-omgebouwde boerenschuur. Wat een heerlijke natuurlijke omgeving; zeker een bestemming om eens terug te komen met de motor. Ondanks de warme gastvrijheid en de gezelligheid bij het ophalen van oude herinneringen moesten we weer verder. Op de 'bonnefooi' gingen we richting het zuiden: de Spaanse grens in de Pyreneeën. Damn! Wat een adembenemende omgeving! Koele beekjes in de glinsterende zon; stoere grijze rotswanden en slaperige Efteling dorpjes. En de namen van de gemeenten werden tweetalig weergegeven: Frans en Catalaans.
We konden de verleiding weerstaan om de grens over te steken dus keerden oostwaarts, een stukje langs de Côte d'Azur richting Carcassonne. Als je nou eens op zoek bent naar een mooi episch verhaal voor de lange donkere dagen die voor ons liggen: Het Verloren Labyrinth van Kate Mosse. Wij hadden het al gelezen dus liepen met het verhaal in ons achterhoofd door de oudste vesting van Europa en hoorden de Katharen bij wijze van spreken al schreeuwen bij hun ketterse verbranding.
Richting de kust ging het weer verder alvorens we naar boven de Provence aandeden. Eerst een bezoek aan de oude studentenstad Montpellier. Een bruisende binnenstad waar we dankzij het stralende weer tot laat konden tafelen op het terras. We hebben onze kooplust ongeremd laten gaan: we waren immers toch met een grote auto.
Na ruim een dag in de stad stapten we weer in de auto. Verder in de Provence hadden we een logeeradres geregeld bij Dennis en Niels die de tijdelijke beheerders waren van een luxe villa in Le Thoronet. Daar hebben we natuurlijk ook de omgeving verkend waaronder Abbye Le Thoronet, Nice en Cannes. Waarvan de laatste overigens opvallende gelijkenissen vertoonden met Miami: een hoog grijs gehalte, een beetje vergane glorie met veel consumptisme. Maar ook prachtige art deco en jugendstil panden (ja Dennis).
Na drie daagjes gingen we weer verder want de vakantie was nog niet ten einde. Dus wij op weg naar Monaco. Een 'operette'-staat die je gezien moet hebben als je in de buurt bent. Toen we het eeuwenoude Grimaldi paleis aandeden werd net de wacht gewisseld. Een toch wel teleurstellende amateuristische vertoning waar de Britten zich voor zouden schamen. De oude stad was erg toeristisch en tegelijkertijd knus en zeer gastvrij. Monte Carlo daarentegen was vol; propvol. Elke meter was bebouwd. Je moet er niet aan denken dat er zich daar ooit een calamiteit voordoet. En mij een raadsel waar de Grand Prix gehouden wordt. Er lijkt nauwelijks ruimte.
Onze laatste bestemming was Torino (Turijn). De reis ernaar toe was schittert. En meteen over de Italiaanse grens verruilde de glamoureuze Franse Côte 'd Azur zich voor de meer pittoreske Italiaanse Rivièra. Prachtige oude Romaanse kerken en slaperige dorpen die we voorbijraasden over het gladde asfalt. Torino was als een warm bad. Een mooie historische stad die in een vergeten verleden het centrale punt was van het Savooijse koninkrijk. Veel aansprekende boetieks, conditorei-en, farmacia's en tabacchi's. Een waar genot te slenteren door de winkelgalarijen die het publiek tegen de brandende zon moeten beschermen. We hadden een kleinschalig hotel in het centrum van de stad met zowaar een parkeerplaats. En 's avonds hebben we ons natuurlijk getrakteerd op een Italiaanse maaltijd met bijhorende wijn. Wederom op een vol terras tot in de kleine uurtjes.
Alsof de duvel ermee speelde sloeg het weer om op onze dag van vertrek. Het afscheid van Torino werd verzacht door regen en asgrijze luchten. Onderweg door Zwitserland werd het serieus en kwam het met bakken naar beneden.
De terugreis verliep voorspoedig. Totdat in Duitsland mijn dashboard ermee ophield. Geen navigatie, geen meetinstrumenten en ogenschijnlijk geen benzine. Bij het eerstvolgende benzinestation belden we de hulpdienst die ruim tweeënhalf uur op zich liet wachten. Resultaat: ik ben flink opgeschoten in mijn boek maar we kwamen pas de volgende ochtend rond 5:30 uur thuis. Nu maar weer gauw de atlas naslaan op de volgende bestemming.
Labels: Op pad
<< Home